14. Hij werd de voorvader van de Jebusieten, Amorieten, Girgasieten,
15. Hevieten, Arkieten, Sinieten,
16. Arvadieten, Zemarieten en Hamatieten.
17. De zonen van Sem waren: Elam, Assur, Arpachsad, Lud, Aram, Uz, Hul, Geter en Mesech.
18. Arpachsad kreeg een zoon: Sela. Sela kreeg een zoon: Heber.
19. Heber kreeg twee zonen: de ene heette Peleg [ (= 'scheiding') ], want in zijn dagen werd de aarde gedeeld. Zijn broer heette Joktan.
20. De zonen van Joktan waren: Almodad, Selef, Hazarmavet, Jera,
21. Hadoram, Uzal, Dikla,
22. Ebal, Abimaël, Scheba,
23. Ofir, Havila en Jobab. Dat waren alle zonen van Joktan.
24. [ Dus ] Sem kreeg Arpachsad. Arpachsad kreeg een zoon: Sela.
25. Sela kreeg een zoon: Heber. Heber kreeg een zoon: Peleg. Peleg kreeg een zoon: Rehu.
26. Rehu kreeg een zoon: Serug. Serug kreeg een zoon: Nahor. Nahor kreeg een zoon: Terach.
27. Terach kreeg een zoon: Abram (die later Abraham heette).
28. De zonen van Abraham waren: Izaäk en Ismaël.
29. De oudste zoon van Ismaël was Nebajot. Verder kreeg Ismaël: Kedar, Adbeël, Mibsam,
30. Misma en Duma, Massa, Hadad en Tema,
31. Jetur, Nafis en Kedma. Dit zijn de zonen van Ismaël.